Of ik voor een speciale gelegenheid een heraldisch wapen kan ontwerpen voor zijn vrouw. Onderzoek had een familiewapen ergens in de middeleeuwen aan het licht gebracht wat aan een vrouwelijke voorouder behoorde en dit wilde zij graag in ere herstellen. Een mooie opdracht en een wens die ik al heel lang koesterde eens voor iemand te mogen doen. Zo begon een boeiende speurtocht langs heraldische regels, symbolen, kleuren en genealogie. Familiewapens worden van oudsher alleen via de mannelijke lijn doorgegeven. De heraldiek is van oorsprong verbonden aan ridderschap, het vechten met een houten of metalen schild waarop voor de herkenbaarheid het familieteken werd getoond om te voorkomen dat de verkeerde strijders werden omgebracht. Vrouwen werden niet geacht te vechten en hadden hiermee geen recht op dit schild.
De vrouwelijke wapens, die zij meekregen van hun vader, verdwijnen van de stamboom na het huwelijk. Getrouwde vrouwen gebruikten hun familiewapen in een ovaal zegel en ongetrouwde vrouwen in een ruitvormig zegel. Bij mannen werd dit onderscheid niet gemaakt.
Het ovale zegel van Rohaise de Clare (overl. 1156) is een van de oudst bekende door een vrouw gebruikt wapenschilden. Eind dertiende eeuw begonnen vrouwen hun zegels van schilden te voorzien. Begin veertiende eeuw gingen zij ook wapens voeren. Isabella van Frankrijk, koningin van Engeland, voerde vanaf 1308 na haar huwelijk met de koning van Engeland een ovaal vrouwenwapen waarin het wapen van haar vader en dat van haar echtgenoot zaten. Nadat ze haar gemaal had laten ombrengen paste ze vanaf 1327 haar wapen aan door o.a. toevoeging van het wapen uit haar moeders afstamming.
Waar de schilden van mannen strijdschilden waren, versiert met toernooihelm en wrong, waren schilden van vrouwen omgeven door door rozen, plantranken, liefdesknopen (geknoopt touw met kwasten aan de uiteinden, alleen voor getrouwde vouwen) en andere vrouwelijke symbolen. Jeanne d’Arc mocht als enige vrouw wel een strijdschild als wapendrager gebruiken.
Na de geschiedenis van het wapen uitgezocht te hebben begon het ontwerpen en tekenwerk. De heraldiek kent strenge, vaste regels die al eeuwen vastliggen en nog steeds gehandhaaft worden. Om hier zo dicht mogelijk bij te blijven wilde ik het wapen ook in gouache verf schilderen. Niet mijn dagelijkse medium, maar het begin was veelbelovend. En toen ging het mis. In de laatste fase, na het leggen van het bladgoud en het inkleuren van de kleine onderdelen ging juist het grote vlak dramatisch mis. Er zat niets anders op dan opnieuw beginnen.
Omdat dit een bijzonder werk was met een speciale geschiedenis en symboliek én voor een speciaal iemand was dit een flinke tegenslag. Een waar ik dan altijd wel even tijd voor nodig heb om van bij te komen voor ik opnieuw durf te beginnen. Daarbij was het kersttijd, tijd voor even resetten en nieuwe moed verzamelen.
Tegen oud en nieuw had ik nog niet de moed gevonden en zat min of meer vast in uitstel modus. Na nieuw jaar zou ik opnieuw beginnen! Oudejaarsavond, ik loop de trap op naar de woonkamer en ineens fladdert er iets naast me. Als ik van de schrik bekomen ben zie ik een kleine vlinder, een koolwitje, op de muur. Midden in de winter, buiten is het koud en stormachtig met harde wind en veel regen. Waar komt in deze tijd een vlinder vandaan?
Ze blijft zitten op de muur. Waar de meeste vliegen, hommels en een enkele zomervlinder binnen dwarrelt, zoeken zij altijd zo snel mogelijk het raam op, op weg naar buiten. Niet deze vlinder. Vijf dagen bleef ze zitten. Met de harde koude wind en regen durfde ik haar niet buiten te zetten, maar binnen moest ik ook iets doen, Wat eten vlinders als er geen bloemen in de buurt zijn? Fruit, zei internet, dat had ik! Ik sneed stukjes banaan, appel en meloen en legde dat op het aanrecht en bij de trap. Dag twee zat ze op het aanrecht naast het bord met fruit. En zo bleef ze nog 3 dagen in het trapgat zitten, steeds wisselend van plek, maar geen moment aanstalten makend om bij het raam of de deur beneden te komen. Dag 5 zat ze op de plek waar ze eerder was opgedoken en dag zes was ze weer verdwenen, net zo onverwacht als ze was gekomen. Ik heb nog gezocht, maar haar nergens meer gevonden.
Ondertussen was er met de vlinder een aanwezigheid in huis gekomen en begon de moed te groeien om opnieuw aan het wapen te werken. Ik moest alles wat ik eerder had gedaan helemaal omgooien om dezelfde fout te voorkomen. Ineens wist ik hoe ik het moest aanpakken, stukje voor stukje kwam de inspiratie samen met nieuwe moed bij me binnen. Ik schafte wat extra benodigdheden aan, legde de materialen klaar en de dag na haar vertrek was ik klaar om te beginnen.
Alles klopte. Stapje voor stapje werkte ik het nieuwe plan af. Als laatste tekende ik in aquarel de kroon op het werk, het hoofd ingrediënt wat niet mocht ontbreken bovenop dit wapen. Geen helm, maar het symbool voor de overleden zus van de vrouw waar ik dit voor maakte: een vlinder.