augustus 15, 2020
Ken je dat, iemand zien of horen lachen en dan vanzelf ook moeten lachen? Er is niets zo aanstekelijk of aantrekkelijk als een goede lach. Zelfs zonder te weten waar de grap om ging kunnen we onbedaarlijk meelachen met anderen. Er is een hele wetenschap rond ontstaan, tot lachtherapie aan toe en ook op internet zijn genoeg filmpjes te vinden waarin reizigers in een trein, bewust of onbewust, ineens onbedaarlijk beginnen te lachen. In eerste instantie kijken medepassagiers nog verbaasd, maar al snel worden glimlachjes en blikken van verstandhouding uitgewisseld. ‘Kijk hem plezier hebben’. Dan, ineens, schiet nog iemand in de lach, en nog een, en nog een en voor je het weet heeft het lachvirus iedereen besmet en zit een hele coupe mensen de tranen uit de ogen te vegen van het lachen zonder dat iemand weet waarom. Ja, omdat die ander begon.
Tijdens de afgelopen quarantime had ik zo’n momentje met de buurman, die hier overigens nog niets van weet. Mijn overbuurman is een uiterst sympathieke man. Een beetje op zichzelf, leest veel, wat dovig en al ‘op leeftijd’, maar fietst en wandelt nog lekker rond. Houdt enorm van kunst en muziek en laat iedereen hier graag in meegenieten.
Enthousiast maakt hij je, gevraagd en ongevraagd, deelgenoot van zijn laatste ontdekkingen uit krantenartikelen en boeken of over meer of minder bekende kunstenaars die hij tijdens een van zijn vele museumbezoeken ontdekt. Altijd met rieten of vilten hoed op het hoofd en een elegant sjaaltje om de nek gedrapeerd. Zijn boodschappen doet hij met een rieten mandje, waardoor hij mij stiekem aan de opa van Roodkapje doet denken, alleen zijn favoriete kleuren zijn blauw en groen. Kortom een bijzonder mens en fijne buurman. Bij mooi en minder mooi weer zit hij vaak in zijn deuropening, genietend van de zon en beschut tegen de wind. Met een glaasje en een krant of boek in de hand, brengt hij zo menig uurtje door.
Ergens vorige week lag ik netjes vermoeid in quarantime te lezen op mijn bank, toen ineens een bekende lach door het raam binnenwaaide. Een lichte, aanstekelijke lach die normaal al een glimlach doet verschijnen ‘fijn, de buurman heeft het naar zijn zin.’ Meestal gaat het dan om iets wat hij leest of een leuke anekdote van iemand aan de andere kant van een telefoon, maar ditmaal was anders. De lach was uitbundiger. De lach bulderde vanuit zijn buikregionen naar buiten, viel even stil, om dan meteen weer, vol uit het hart, als een vloedgolf de wereld in te rollen. Aangetrokken door zoveel plezier opende ik mijn raam. Daar zat hij in zijn deuropening, af en toe het hoofd schuddend, met zijn hand de hoed dan weer iets naar voor of achteren verschuivend en steeds opnieuw in die schitterende lach uitbarstend. De buurman had binnenpretjes!
Vanuit het raam riep ik hem toe:
‘Is het leuk, buurman?’
Maar zoals gezegd, hij is een beetje dovig. De vraag bleef even hangen in de straat om op het lichte briesje ongehoord weg te waaien. De grijns die zich al van mijn gezicht meester had gemaakt meenemend, besloot ik terug op de bank te gaan genieten van de lachsalvo’s van de buurman. En iedere keer als ik daar nu aan denk, komt nog steeds die onweerstaanbare glimlach om mijn lippen en voelt mijn hart een stukje lichter. Zijn binnenpretje werd mijn binnenpretje. We weten niet altijd waarom we lachen, maar lachen is gezond en verbindend en daar kunnen we allemaal wel wat extra’s van gebruiken nu. Ik geef deze lach dan ook graag hier aan u door. Met dank aan de buurman.