Geborgenheid. Dat is het woord wat opkwam in een gesprek naar aanleiding van mijn vorige stukje over eenzaamheid. In het gesprek kwamen we tot de conclusie dat eenzaamheid niet zozeer gaat over alle vormen van alleen zijn, maar vooral over een gebrek aan ‚geborgenheid’, je veilig voelen.
Dat verdiende nader onderzoek:
‘Geborgen’ (in een juridisch woordenboek)- veilig, beschermd tegen gevaar; zeerecht: uit de zee ophalen of takelen van gezonken zaken, wegslepen aan de zeekust van driftige of aangespoelde zaken.,
Beveiligen tegen losgaan, beschermen tegen verwateren.
‘Borgen’ (Van Dale-online) 1. in veiligheid brengen, 2. (goederen of lading van ) gestrandeschepen, neergestrte vliegtuigen enz in vieligheid brengen 3. naar een paats brengen en daar bewaren
En tot slot ken ik ‚borgen’ ook als ‚monteren’, iets veilig vast zetten met bouten en moeren.
Waar het om draait bij ‚geborgenheid’ in alle vormen is ‚veiligheid’. Opgroeien in een onveilige situatie geeft geen ‚geborgenheid’. Weglopen van huis, een nieuw leven proberen op te bouwen, maar nog vastzittend aan het oude, geeft ook geen geborgenheid. Vervolgens ziek worden en in de maalstroom van een jaren durend verwerkingsproces terecht komen, is ook alles behalve ‚je geborgen weten’. Tel daar wat ‘gender-issues’ en een paar mislukte relaties bij op en je begrijpt dat ‚geborgen’ zijn, niet een kernwoord in mijn leven was. Of het moet zijn geweest het ontbreken ervan, want ik was me er nooit eerder van bewust tot het vorige week uitgesproken en met mijn leven in verband gebracht werd.
Een zeker vorm van eenzaamheid is inherent aan het leven. Je wordt alleen geboren en gaat alleen dood. Dat en alles daartussen zijn processen die niemand anders voor je kan doormaken of je tegen kan beschermen. Alleen jij kan jouw levensweg lopen. En iedereen zoekt zijn eigen manier om met die kennis en ervaring om te gaan.
In mijn leven was het altijd, veiliger om alleen te zijn. Tegelijkertijd was als klein kind alleen zijn gevaarlijk, want dan gebeurden de ergste dingen. De mensen die je het meest zou moeten kunnen vertrouwen, deden het meest pijn. Niet uit pure slechtheid of onwil, maar omdat ook zij worstelden met alles waar iedereen mee worstelt en daar hun weg in zochten. Maar soms blijft een klein kind daarbij achter en leert zich verstoppen achter een grap en een grol. Ik was de gangmaker, de lolbroek, althans van buitenaf gezien.
Het heeft me heel wat omwegen gekost om uit te vinden wie ik echt ben en langzaamaan begin ik haar te leren kennen. Maar haar vertrouwen is nog wel ‚een dingetje’. Als je de mensen om je heen niet kunt vertrouwen en je kunt jezelf niet vertrouwen, omdat je niet kunt en durft te zijn wie je werkelijk bent…wat blijft er dan over? God? Boeddha? Krishna? Allah? Niets? Alles?
Liefde is altijd mijn leidraad geweest, zelfs als ik niet wist hoe het moest, ik wist dat het de weg was voor mij. Die weg liet me allerlei godsdiensten en levenswijzen ontdekken en onderzoeken via de kunst, boeken en verhalen van anderen. Een Chinese wijsgeer zei: „Om de wereld te leren kennen hoef je niet verder te reizen dan de vier hoeken van je kamer” Die wijze les blijkt nog steeds waar sinds de dag dat ik hem voor het eerst las en er troost en leiding in vond.
Alles wat je nodig hebt zit in jezelf. Ieder stukje heling en beter worden heb ik in mijzelf gevonden. Ieder gevecht was het meest met mijzelf, want hoe hard anderen ook voor me waren, ik was zelf altijd nog harder. En ook nu blijkt dat ikzelf het meest in mijn eigen weg sta. Want de grootste eenzaamheid komt voort uit een angst voor ‚samen’ zijn. En de ene keer is dat angst om samen te zijn met een ander, die toe laten in mijn wereld en durven vertrouwen, een andere keer is het angst om samen te zijn met mijzelf, want wat ga ik daar nu weer in tegenkomen wat nog verwerkt moet worden?
Vandaag zet ik de eerste stap naar echte geborgenheid leren geven aan mijzelf. Mijn doel is altijd geweest openheid, mijn leven en lessen delen met wie ze maar wil horen, hopend dat iemand er iets aan heeft. Dan heb ik het in ieder geval niet voor niets geleefd en we zijn tenslotte allemaal deel van elkaar, dus mijn heelheid is jouw heelheid. Vanaf vandaag komt daar een missie bij: bewust geborgenheid geven en beleven.
Het is een lange weg, van ‚niemand mag dit ooit weten’, naar ‚dit is mijn verhaal’. En nee, mijn verhaal is niet belangrijk, het is er een van velen. Miljoenen mensen, groot en klein, vluchten en vechten nog dagelijks voor hun leven, zij verdienen jullie aandacht nu. Zij hebben direct hulp nodig, nu! Maar ook hun leven nu, wordt ooit een verhaal over ‚toen’. Ieders weg is een aaneenschakeling van losse verhalen, die samen uitgroeien tot dat ene verhaal wat een leven is. Met een begin, een eind en daartussen een lange weg van leren, groeien, meemaken, overleven, doorstaan, en weer verder groeien, meemaken en doorgaan, totdat dit boek eindigt.
En ieder verhaal draagt lessen in zich ook voor anderen om van te leren, troost in te vinden, steun, draagkracht, moed, herkenning, liefde. Alles wat een mens nodig heeft op zijn weg om te groeien tot wat hij is.
Ik ‚borg’ mijn verhaal, leg het vast in woorden en verhalen, voor ieder om te vinden en te lezen. Met ieder stukje wat ‚geborgen’ word, teruggehaald uit die grote, oceaan van vergetelheid, van op drift en zwervend, naar veilig en op zijn plek, leer ik dat geborgenheid betekend je veilig voelen in je leven, huis en lijf! Dat kan niemand anders voor me doen, maar ik doe het niet alleen. Door verhalen te delen leren we van elkaar, kunnen we elkaar stukjes geborgenheid geven, door te laten weten ‘het is ok dat je bent wie en waar je bent’. En soms door de vraag: “Wat maakt dat jij je veilig en geborgen voelt?”
FHHage, Weesp
2018