Maandagochtend. Nog voor ik mijn ogen open kan doen spoelt een golf van verdriet over me heen. Het voetbalseizoen is weer geopend. En dat heb ik geweten afgelopen weekend.
Eerdere jaren werden voetbalwedstrijden in groepjes bij mensen binnenshuis of in cafe’s bekeken. Nu wordt er een tent opgezet, komt het grootbeeldscherm naar buiten met daarbij passende geluidsinstallatie en zit er binnen no time een aardig gezelschap onder de luifel. Biertjes en hapjes erbij en dan begint het feest.
Ik woon drie huizen en een dwarssteeg verder en sluit mijn ramen ook al is het weer heerlijk. Nog geen uur later zoek ik mijn oordopjes op en niet lang daarna gaat ook de koptelefoon eroverheen. Ik heb niets met voetbal, maar heb geen keus, de stem van de presentator dringt mijn huis binnen en verteld me van minuut tot minuut wat er op het veld gebeurt. Begeleid door de nodige oeeeee’s, aaaa’s en yeaaaaahs! In de pauze schalt het “you’ll never walk alone’ en andere voetbal hymnes door de speakers en wordt luid meegebruld door de aanwezigen.
Als kind woonde er een duivenpaar in de dakgoot boven mijn slaapkamer. Al in de vroege uurtjes begonnen die te koeren dat het een lieve lust was. Soms was dat gezellig, eventjes. Maar na een tijdje bereikte het altijd een haren-uit-je-hoofd-willen-trekken stadium. Uitgaan en feestjes is ook nooit ‘mijn ding’ geweest. Te luid, te druk, te veel. Ik probeerde het wel, maar het lukte me niet ervan te genieten, zelfs niet met wat drankjes op. Soms moet je je gewoon erbij neerleggen dat iets niet bij je past, wat anderen er ook van vinden. Ongezellig, spelbreker, aso, raar, zeurpiet, zuurpruim en dat zijn nog de aardige termen.
Ach, het is maar een feestje. Eens in de twee jaar, moet kunnen toch? Gun ze hun pleziertje! Doe niet zo ongezellig, dan kom je er toch gewoon bij? Heb je er ook geen last van.
Of…is dat ook zo? Heeft iemand ooit gevraagd of dit zo werkt? Nee, nooit!
Maar ik ben geen klager, wil geen spelbreker zijn, dus ik sluit mijn raam, doe de oordoppen in, zet de koptelefoon op (nee, geen noise-canceling). Eigen muziek luisteren lukt niet, tv kijken of radio luisteren zit er ook niet in, de stemmen, muziek en harde beats overstemmen alles wat ik in huis wil doen. Ik wilde schrijven, over vaderdag, over rouw, maar de rauwe werkelijkheid van het voetbal overstemde letterlijk en figuurlijk alles.
Na de wedstrijd is het feest, er is gewonnen blijkbaar, dus de muziek gaat harder, de beats worden intenser. Oordopjes en een koptelefoon houden maar zoveel geluid tegen,dat het je lichaam binnendringt doe je niets tegen. De bassen en beats dreunen door mijn vezels, zetten elke zenuw in mijn lichaam op scherp en binnen een kwartier begint de pijn van een overbelast zenuwstelsel wat niet anders wil dan vluchten voor deze aanslag op het systeem. Nog een half uur verder en ik zit huilend op de wc-pot in de badkamer, de enige plek waar de beats nog een beetje uit te houden zijn. Alles in mij schreeuwt om dit te laten stoppen, de herrie, de pijn, het trillen, de continue monotone dreun van bassen en steeds snellere beats. Als een mokerslag slaan ze mijn weerstand en wankele gezondheid stuk en binnen een paar uur ben ik een hoopje ellende wat niet meer kan dan shaken, huilen en hopen dat het niet lang meer duurt. Maar helaas. Het voetbalfeestje zaterdag was pas het begin. Zondagmiddag al begint alles overnieuw en duurt het feestje tot 22.00u ’s avonds. Weg weekend, weg rust, weg dagen.
Gesloopt kruip ik mijn bed in om maandagochtend wakker te worden met een lichaam wat nog nazindert en gloeit van brandende tintelingen tot diep in mijn vezels. Het zal een paar dagen duren voor ik hier weer van hersteld ben. Een paar dagen van amper kunnen werken heel veel shaken om alle spanning uit mijn lichaam kwijt te raken en verplichte rust.
En weten dat dit pas het begin is. Want vrijdagavond is alweer de volgende wedstrijd en zaterdag ook nog de jaarlijkse straatBBQ. Ook zo’n feest waar ik al jaren niet meer kom. Niet omdat ik niet wil, niet omdat ik mijn buren niet leuk vind, maar omdat ik niet kán. Omdat de combinatie veel mensen en harde muziek,waardoor je elkaar amper verstaat, niet te doen is voor mensen zoals ik.
Festivalbeats die doordringen in de stad ‘omdat de wind verkeerd staat’. Jaarlijks terugkerende Sluis-&Bruggenfeesten die inwoners van het centrum op de vlucht doet slaan omdat de geluidsoverlast van muziek te erg is geworden. En dat een heel weekend lang.
Ik hou van wonen in het centrum, ik hou van feestjes, van gezellig samen zijn met mensen, van praten met mensen. Maar mijn lichaam kan niet tegen de aanslag die harde muziek is en daar ben ik niet de enige in. Steeds meer mensen zetten noise-canceling koptelefoons op in het verkeer, de trein, het vliegtuig en ja, zelfs festivals. Wat klopt er niet aan dit plaatje?
Wat is er mis met práten met mensen, met buren, vrienden en ja, een muziekje op de achtergond is prima, gezellig. Maar muziek en dan vooral die dreunende bassbeat is tegenwoordig hoofdgast op iedere gelegenheid. Een gesprek voeren zit er niet meer in, zelfs genieten van de muziek zit er niet in. Muziek is overal en steeds harder. Als we met zijn allen aan de noise-canceling koptelefoons moeten, omdat er overal te veel geluid is, teveel harde geluiden, onaangename geluiden, doen we dan niet iets verkeerd?
Vroeger hadden we zoiets als volumeknoppen en o, wonder, die konden muziek ZACHTER zetten, zodat je elkaar weer normaal kon verstaan en een echt gesprek kon voeren ipv elkaar met gebarentaal en schorschreeuwend duidelijk proberen te maken dat je de ander niet kunt verstaan.
Ik ben geen klager, ik ben geen spelbreker. Ik ben alleen iemand die niet gebouwd is op harde geluiden en zoals mij zijn er velen. Alleen zijn wij meestal te beleefd om er iets over te zeggen. Want wie wil er nou voor aso uitgemaakt worden, als zeurpiet en zuurpruim gezien worden die anderen hun plezier niet gunt?
Ik hou van wonen in het centrum. Ik woon hier al 30 jaar. Toen kon ik nog gewoon mijn raam openzetten tijdens S&B feest, want de muziek was alleen te horen bij de podia zelf. Nu vlucht ik weg uit huis en als dat niet kan, weet ik dat ik een heel weekend en de nodige dagen erna letterlijk ziek van de herrie zal zijn.
Ik hou van mijn buren, het zijn stuk voor stuk lieve, fijne mensen met het hart op de goede plaats, met wie ik op ieder ander moment een fijn gesprek zou willen voeren. Maar als nu het straatfeest komt vlucht ik weg en als dat niet kan, zit ik huilend in de badkamer met een koptelefoon op en mijn lichaam gloeiend van de pijn in mijn zenuwen. Want ik ben geen klager, ik ben geen aso, ik gún iedereen hun feestje en hun plezier.
Maar is dat ook zo andersom?
Wie sluit wie hier uit?